ICT in het onderwijs
Wat verstaan we onder ICT in het onderwijs?
ICT staat voor Informatie- en communicatietechnologieën. Als we dat linken aan het onderwijs spreken we in eerste instantie over de computer met zijn vele mogelijkheden als didactisch hulpmiddel om het leerproces te bevorderen.
-
Er kan gebruik gemaakt worden van het internet als medium om een taak in schoolverband tot een goed einde te brengen. De leerlingen kunnen deze bron van informatie raadplegen bij talloze opdrachten voor vrijwel al hun vakken.
-
Diverse educatieve software en sites kunnen gehanteerd worden om de leerstof te verduidelijken en verstaanbaar te maken naar de leerlingen toe. We verwijzen hier bijvoorbeeld naar programma's als PowerPoint, Excel, Word, Geogebra, Winmax, ...
-
We koppelen een digitaal leerplatform, smartschool, aan onze schoolomgeving waarbij verschillende facetten het leerproces kunnen bevorderen. Een leerplatform is een enorm krachtig hulpmiddel dat grote voordelen biedt op het vlak van communicatie, onderwijsorganisatie en stimulatie van het leerproces.
-
Tot slot kan buiten de PC ook andere apparatuur bijdragen tot het optimaliseren van het leerproces. Ik denk hierbij onder meer aan een dataprojector, een overhead, een grafisch rekentoestel, smartboard, ... We moeten onze leerlingen met deze apparatuur leren omgaan.
Verantwoording: waarom gebruiken we ICT in het onderwijs?
Er zijn tal van redenen om ICT in het onderwijs te integreren. Ik vermeld in het kort onze belangrijkste motieven:
-
ICT in het onderwijs kan bijdragen tot het optimaliseren van het leerproces. Het internet, grafische rekentoestellen, smartboards en diverse software laten ons toe de soms nogal abstracte leerstof te concretiseren. Zo kun je bijvoorbeeld met het wiskundig programma 'doorzien' meerdimensionale tekeningen op een vrij duidelijke wijze naar de leerlingen overbrengen. Of chemische en fysische processen aan de hand van applets die experimenten simuleren concreter voorstellen. ICT kan zowel voor de leerkracht als voor de leerling een waardevol hulpmiddel zijn en alzo in het onderwijs een educatieve meerwaarde bieden.
-
Door het gericht gebruik van de PC, meerbepaald randapparatuur als toetsenbord en muis, kunnen leerlingen ook een fijne motoriek ontwikkelen. De touchtechnologie bij smartphones en tablets hoort ook tot fijne motoriek.
-
Het gebruik van ICT in de klas kan de betrokkenheid en de motivatie van de leerlingen enorm doen toenemen. ICT helpt leerkrachten niet alleen de leerstof duidelijker, maar ook aantrekkelijker voor te stellen. Via didactische hulpmiddelen als het internet, de grafische rekenmachine, smartboards en diverse software kunnen ze zich plots sterk gaan interesseren in leerinhouden die op het eerste zicht niet zo boeiend leken. Op die manier kunnen ze gestimuleerd worden om ook buiten de klas gebruik te maken van deze technologieën, mogelijk zelfs voor handelingen die niet meteen binnen een schoolopdracht kaderen. Zo wordt tegelijkertijd hun zelfwerkzaamheid en zelfstandigheid gestimuleerd.
-
ICT kan bijdragen tot het verbeteren van de schrijfvaardigheid en non verbale communicatie. Ik denk hier bijvoorbeeld aan het gebruik van tekstverwerkers en e-mail in het lessenpakket. Wel moeten leerlingen duidelijk gewezen worden hierbij op het belang van correct taalgebruik. We moeten hen waarschuwen voor het overvloedig gebruik van sms – of chattaal en hen duidelijk maken waarom dit niet kan in een formele correspondentie.
-
Het internet is een ideale leeromgeving om je woordenschat bij te schaven. Leerlingen komen op speelse wijze in contact met nieuwe begrippen en termen uit verschillende talen. Uiteraard zullen leerlingen vooral met hun moedertaal en het Engels in contact komen op het net.
-
We moeten leerlingen laten beseffen welke sociale impact ICT heeft op onze maatschappij. Denk alleen al maar aan Facebook, Twitter en dergelijke meer … We moeten samen met hen stilstaan bij zowel de voordelen als de gevaren van het internet met al zijn facetten.
-
Tenslotte leven we in een informatiemaatschappij waarin de wetenschap en de techniek nooit stil staan. Hierdoor moeten ook wij mee evolueren. We moeten leerlingen onder meer tonen welke mogelijkheden onze moderne samenleving te bieden heeft op het vlak van informatie en communicatie. Ze moeten overtuigd zijn van het belang en het nut van deze technologieën die in hun verder leven nog een belangrijke plaats zullen innemen. In de bedrijfswereld mogen we de nog steeds groeiende impact van ICT en daarmee gepaard gaande vereiste competenties niet uit het oog verliezen. In vrijwel alle sectoren worden verschillende informatie en communicatie technologieën als werkinstrument gehanteerd en hiermee gepaard gaande competenties vereist van de werknemers. Daarom dienen we erop toe te zien dat de leerlingen een aantal vaardigheden ontwikkelen tijdens hun schoolloopbaan om zo mee te kunnen evolueren naar dat verder bestaan toe. We moeten hen de mogelijkheid bieden om te komen tot een mooie toekomst waarin ze hun plan kunnen trekken en optimaal kunnen leven, het zou jammer zijn als ze niet verder komen dan overleven.
Hoe koppelen we ICT aan het onderwijsgebeuren?
Hoe kunnen we nu ICT in de praktijk organiseren? Het succes van de integratie zal bepaald worden door verschillende factoren:
-
De integratie van ICT begint in eerste instantie bij de directie van de school en de informaticaleerkrachten. De nodige materiële voorzieningen moeten getroffen worden om ICT in de praktijk mogelijk te maken. Zo zullen voldoende computers moeten voorzien worden van de nodige educatieve software. Een degelijk uitgeruste computerklas is al een goed begin. Dan kun je de pc's gaan overhevelen naar andere lokalen met de nodige programma's en operationeel op het internet. Naast pc’s zijn uiteraard ook beamers, smartboards, printers, laptops eveneens enorm waardevolle instrumenten om het leerproces te bevorderen.
-
Naast de directie moet ook de ICT – coördinator bijdragen aan de integratie van ICT in het onderwijsgebeuren: hij moet de spil en drijvende kracht vormen van het gebeuren. Na realiseren van een netwerk en oplossen van de kleine brandjes moet de coördinator zich vooral bezig houden met het helpen van leerkrachten. Dus geen lesgeven in de plaats van de leerkracht maar een aangepast programma maken voor elke leerkracht. Cursussen/opleidingen organiseren liefst in de school tijdens middagpauzes of onmiddellijk na de lesuren kunnen veel leerkrachten over de drempel helpen. Op die manier zal ICT met al zijn aspecten gemakkelijker ingang vinden bij de leerkracht omdat ze onmiddellijk het nut ervan begrijpen. Uiteraard kan een ICT -coördinator niet alleen dit alles realiseren en vormt hij best samen met een aantal ankerfiguren uit het leerkrachtenkorps een ICT werkgroep om verschillende initiatieven te lanceren en ondersteunen. Dit zijn dus leerkrachten die wat meer ICT -kennis hebben en over gevorderde vaardigheden beschikken; zij kunnen de brug vormen tussen de ICT coördinator en de andere leerkrachten en het ICT project van de school mee vorm geven en realiseren.
-
Dan is er nog de verantwoordelijkheid en taak van de leerkracht. Hier ligt wellicht de grootste opdracht. Er zijn nog een aantal leerkrachten met te weinig ICT -kennis. Dat schept bij deze groep een gevoel van onveiligheid omdat deze leerkrachten ervaren dat de kinderen over een aantal ICT gerelateerde aspecten meer kennis hebben dan zij. De noodzakelijke bijscholing is daarom prioritair om dit euvel zo snel mogelijk op te lossen. Bovendien moeten de ICT vaardige leerkrachten de voorziene middelen zinvol aanwenden om ICT in hun lessen te integreren zodat het een meerwaarde biedt. Het heeft geen zin om aan ICT te doen zuiver omdat het in het leerplan wordt vermeld, je gebruikt deze technologieën als leerkracht enkel en alleen als ze wel degelijk een meerwaarde bieden aan het leerproces. Dit houdt in dat een leerkracht op voorhand grondig moet nadenken over de concrete aanpak en didactische handelingen inzake het gebruik van ICT, dit vergt dan ook dikwijls grondige voorbereiding. Een webquest bijvoorbeeld knutsel je niet zomaar op 10 minuutjes in elkaar.
Conclusie: ICT in een school wordt niet gedragen door individuen, deze integratie moet nagestreefd worden door de ganse groep. Alle personeelsleden moeten proberen deze informatie- en communicatietechnologieën een plaats te geven in hun lessen, zo niet zal het ICT beleid nooit zijn volle vruchten afwerpen en zal veel van het effect verloren gaan.
Enkele kritieken
Niet elke leerkracht reageert enthousiast op de integratie van deze technologieën in het onderwijs. Ze formuleren een aantal bedenkingen rond het gebruik van ICT in hun klassen:
-
Benadelen we op deze manier niet de leerlingen zonder pc thuis? Kunnen we van leerlingen zomaar eisen dat ze een presentatie in elkaar steken met behulp van PowerPoint of een opdracht maken gepost op smartschool als ze thuis niet eens over en pc en/of internet beschikken? Is dit wel eerlijk?
-
Moeten wij als leerkracht ons bijscholen in deze materies? Moeten we nu ook onze tijd nog daarin gaan steken?
-
Maken we het de leerlingen soms niet te makkelijk op deze manier? Ze kunnen misschien wel een grafiek te voorschijn toveren met het grafische rekentoestel, maar kunnen ze die ook nog zonder enige hulp van didactisch materiaal correct technisch tekenen? Worden we op deze manier geen slaven van de techniek? Gaan we op deze manier bij de leerlingen geen zin voor gemakzucht creëren? Ondermijnen we op deze manier niet de ontwikkeling van de basisvaardigheden bij de jongeren? Worden ze niet al te afhankelijk van de IC technologie?
-
Is ICT in het onderwijs niet een veel te dure investering met een al te miniem resultaat?
Antwoord op deze vragen:
-
We moeten inderdaad rekening houden met het feit dat niet alle leerlingen thuis een pc hebben en over de nodige educatieve software of het internet als instrument en informatiebron beschikken. Daarom is het belangrijk bij opdrachten dat de leerlingen voldoende tijd krijgen om aan de taak te werken tijdens de les. Het is immers de bedoeling dat we ICT in het onderwijs gaan integreren en niet thuis. Je kan als leerkracht bijvoorbeeld wel eisen dat leerlingen onder de middag gebruik maken van het computerlokaal of van de bibliotheek om bepaalde informatie te verzamelen van het internet. Leerlingen zonder pc kunnen niet om de haverklap naar de bibliotheek snellen of hun middagspeeltijd opofferen om diverse schooltaken tot een goed einde te brengen. De moeilijkheidsgraad en de omvang van de opdracht spelen in dit verband dus een belangrijke rol. Je moet als leerkracht zeker ook navraag doen wie thuis over een pc met internet beschikt. Je moet voor kansarme leerlingen niet enkel digitaal het lesmateriaal ter beschikking stellen, maar ook nog uitgeprint bezorgen.
-
Het is uiteraard belangrijk als leerkracht op de hoogte te zijn van de laatste ontwikkelingen in je branche. Bijscholing is een must. Een leerkracht is immers een inhoudelijk 'expert' die op de meest efficiënte manieren de leerstof naar de leerlingen tracht over te brengen. ICT in het onderwijs valt of staat met alle leerkrachten. Ook zij moeten mee evolueren met hun tijd.
-
De basisbewerkingen mogen niet achterwege gelaten worden. Dit hangt grotendeels af van de leerkracht. Overdrijven in het ICT gebeuren is ook niet de bedoeling. De leerkracht moet het juiste evenwicht vinden tussen de traditionele methodes en de vernieuwende moderne techniek. Waarom zou je jouw leerlingen niet meer mogen vragen om nog eens met de hand een grafiek te construeren of een rekensom te bepalen?
-
ICT is uiteraard een dure investering, toch is de leerwinst enorm indien zinvol gehanteerd. Het is daarom ook de plicht van de overheid om voldoende te investeren in ICT en voldoende middelen hiervoor vrij te maken.
Het is en blijft in ieder geval een feit dat ICT in het onderwijs een waardevol hulpmiddel kan zijn om het leerproces en de totale ontwikkeling van de jongere te bevorderen indien het zinvol wordt toegepast en gehanteerd. Ondanks de kritische bedenkingen is en blijft ICT werkelijk een must.