In de eerste graad heb je al flink wat Latijnse spraakkunst en woordenschat bestudeerd. In deze doorstroomrichting ga je die kennis verder uitdiepen. Ze vormt de basis voor de lectuur van originele Latijnse teksten.

 

Inderdaad, in de tweede graad ga je geleidelijk overschakelen naar de lectuur van teksten die door de Romeinen zelf geschreven zijn. En daarbovenop krijg je een stevig pakket wiskunde en algemene vakken.

​

Even inzoomen

 

Je spit de teksten niet alleen grammaticaal uit, maar ook stilistisch en inhoudelijk. Je maakt uitvoerig kennis met de denk- en leefwereld van de Romeinen, die een onmiskenbare invloed uitgeoefend hebben op onze Westerse cultuur.

 

De teksten die je in de tweede graad leest, zijn vooral fragmenten uit het historisch werk van Caesar (De Bello Gallico) en Sallustius (De Catilinae Coniuratione), maar ook poëtische teksten van Ovidius (Metamorphoses) komen aan bod.